top of page

PHOTO | Maarten Wijsman

 

 

The End of the Valley 

Het juiste skigebied kiezen voor een skitrip is vaak een stressvolle onderneming. We checken dagenlang de weerkaarten, lawineberichten en terreinkaarten. Uiteindelijk kiezen we vaak pas op de dag van vertrek waar we heen gaan. Maar deze keer zou alles anders gaan. We hadden een uitnodiging ontvangen om te komen skiën en touren in de St. Bernard regio in Zwitserland. De trip naar kleine gebiedjes zoals La Fouly en Champex-Le-Lac lag dus al weken van te voren vast dus ditmaal geen verhitte discussies over wat onze bestemming zou worden….of toch wel?

Part 1 / 3

PHOTO | Maarten Wijsman

Zoals zo vaak veranderen de plannen, al zal ons reis wel eindigden in La Fouly. Een aantal uur voor ons vertrek krijgen we een telefoontje van een vriend die op dat moment in Sestrière, Italië zit. Hij vertelt ons dat we hoe dan ook die kant op moeten komen. Hij heeft nog nooit zo een zware dump meegemaakt en er is nog meer sneeuw onderweg. Zelfs de NOS en BBC weiden er een nieuwsitem aan. Op TV zien wij beelden voorbij komen van gestrande reizigers en vrachtwagens. Op dat moment is de keus snel gemaakt, Pays du St. Bernard moet even wachten, Piëmont is de nieuwe bestemming.

 

We springen in onze afgeladen auto en komen na een aantal uur bij de Fréjustunnel aan. Het is al overal wit maar van de heftige sneeuwstorm die we dachten tegen te komen is nog geen teken te bekennen. Als we aan de Italiaanse zijde de tunnel uit komen rijden is het echter een heel ander verhaal. Het is hevig aan het sneeuwen en de sneeuwschuivers kunnen het niet bijbenen. Gelukkig hebben we de beschikking over een 4x4 Volvo en crossen we zonder noemenswaardige problemen de pas op. Die avond is het vroeg naar bed want we moeten in deze omstandigheden de eerste lift hebben…

…Maar dat lukt helaas niet. We willen skiën in Pragelato, een klein gebiedje met slechts 2 stoeltjesliften en géén geprepareerde pistes. Aangekomen bij de lift blijken ze die dag helaas niet open te gaan, ze kunnen de veiligheid niet garanderen. Hoewel wij fan zijn van kleine gebiedjes is het in dit soort gevallen toch handig een groot gebied achter de hand te hebben omdat zij vaak wel de mankracht hebben om een deel van het gebied te openen. We haasten ons daarom naar het voormalig Olympische skigebied Sestrière waar we niet de eerste lift hebben maar toch nog op tijd zijn voor een aantal first tracks.
Het weer is grauw en de hoogste liften gaan ook hier niet open maar Sestrière blijkt te beschikken over een aantal bosrijke hellingen waar we helemaal los kunnen gaan. Er is meer dan een halve meter sneeuw gevallen binnen 24 uur op een toch al niet misselijke basis. Elke bocht is raak, we scoren achter elkaar faceshots. Het is misschien een cliché maar op dit soort dagen is de glimlach echt niet van je gezicht af te vegen. We pakken lift na lift en afdaling na afdaling totdat onze benen het aan het eind van de dag begeven en we helemaal leeg zijn..

 

De volgende dag is zowaar nog beter. Het is een strakblauwe dag en de skilift van Pragelato gaat open, dit keer zijn we er wel op tijd bij. De hele dag rijden we verse lijnen op deze fantastische berg waar we de treeruns voor het uitkiezen hebben. We kunnen overal naar beneden knallen want je eindigt altijd weer op een pad dat je met wat prikken terug bij de lift brengt. En ondanks de perfecte omstandigheden hoeven we deze Zauberberg slechts met een handjevol freeriders te delen. Als aan het eind van de dag de felle zoninstraling het sneeuwdek behoorlijk zwaar heeft gemaakt sluiten we af met een welverdiend biertje en bedanken we onze vriend die ons hier naartoe heeft gehaald. Dit soort dagen zijn zeldzaam.

Stress

En Route..

Na deze twee fantastische poederdagen ruilen we de Italiaanse Piëmont in voor het Zwitserse kanton Valais. We passeren het mega resort Verbier en duiken een klein dal in dat we helemaal moeten uitrijden om uiteindelijk in La Fouly uit te komen. Dit zeer kleine dorpje was tot de jaren 60 voornamelijk een plek waar de boeren hun koeien lieten grazen en waar wandelaars in de zomer terecht konden. Eind jaren 60 werd het dorp pas het hele jaar door bewoond en kwam de eerste skilift. Maar het is daarna nog jaren lang een vrij geïsoleerd dorp gebleven en ook nu leven er nog geen 100 permanente inwoners. Een mooi recept voor een relatief onbekend freeridedorpje dus.

Zoals wel vaker in dit deel van het dal heeft de wind aardig huis gehouden en de laatste sneeuwval is ook al weer meer dan een week geleden geweest. De condities zijn dus niet vergelijkbaar met Italië maar wij vermaken ons prima in een aantal uitdagende couloirs en de op zonnige off-piste afdalingen naar het in de winter gesloten dorp Ferret. En hoewel er dus al geruime tijd geen verse sneeuw is gevallen zijn wij toch op veel plaatsen als eerste. Hét grote voordeel van een klein gebiedje als dit.

 

Op weg naar het inneralpine

PHOTO | Maarten Wijsman

De volgende dag bezoeken wij Champex-Le-Lac waar onze gids, Ivan, op ons staat te wachten. Tijdens slecht weer en veel sneeuwval is dit een perfect gebied voor mooie en lange poederafdalingen tussen de bomen. Maar vandaag is het niet meer zo makkelijk om verse lijnen te vinden, al is de sneeuw nog verbazend goed dankzij de noordelijke oriëntatie. De gids is benieuwd wat we kunnen en instrueert ons al snel om de stijgvellen om te doen. Na een vrij gemoedelijk wandelingetje naar boven waarin we toch veel hoogtemeters winnen komen we bovenaan een prachtige kom waar nog vrijwel geen sporen staan. We skiën bijna 1000 hoogtemeters door open velden afgewisseld met dichte bossen. Eenmaal beneden aangekomen in Val d’Arpette knikt de gids tevreden, we zijn klaar voor het echte werk morgen. Maar niet voordat hij ons nog een laatste keer afpeigert door ons een couloir met veel bomen en struiken in te sturen waar we meer moeten klauteren dan skiën. Dat gebeurt ons nou ook altijd zonder gids.

'De stijgvellen gaan onder'

De tour is een stuk langer en technischer dan de dag ervoor. We moeten onze kick turn techniek weer aardig oppoetsen, wat met dikke twin-tip ski’s niet altijd even vlekkeloos verloopt. Maar na een aantal uur zwoegen en zweten is de beloning fantastisch. Onze gids heeft ons toch ergens naartoe weten te loodsen waar nog niemand is geweest. We kijken uit over de Bagnes vallei en zien in de verte zelfs het meer van Genève. Zo een uitzicht zal nooit wennen.

De afdaling onder onze voeten lonkt en we moeten onszelf dwingen om even te rusten en iets te eten. Na het  ‘verplichte’ oponthoud duiken we enthousiast achter de gids de maagdelijke helling in. We maken lange, snelle bochten en de sneeuw spuit de lucht in. We dalen honderden hoogte meters af in onaangeroerd terrein en alles lijkt vandaag te lukken. De poeder in Piëmont was fantastisch maar ook deze afdalingen, zonder iemand in velden of wegen te bekennen, geven een prachtige ervaring. Aangekomen in het dal skiën we over een ondergesneeuwde rivierbedding om weer in de bewoonde wereld uit te komen. Het is daarna nog maar een klein stukje lopen om bij de dallift van Bavon uit te komen. We pakken de lift nog één keer helemaal omhoog, we moeten per slot van rekening nog de achtergelaten auto van de gids ophalen. Dit keer hoeven we de stijgvellen niet meer om te doen en skiën we gewoon aan de achterkant van het skigebied het dal in.

 

 

Als decor voor ons avontuur figureert in de verte La Fouly, Ferret en Champex-Le-Lac. De zon heeft hier de sneeuw al aardig zwaar en nat gemaakt maar dat deert ons niet. De afdaling geeft ons zoveel adrenaline dat we de verzuring na een dag toeren even niet meer voelen. Binnen no-time zijn we dan ook 1200m afgedaald en staan we langs de weg bij de auto. We high-fiven er op los en bedanken Ivan voor een topdag.

Pays du Saint-Bernard is een samenwerkingsregio met Orsières als  bestuurscentrum. Het is voornamelijk bekend als tour- en wandelgebied en natuurlijk om de hondenfokkerij voor Sint Bernard honden.

 

Je kunt er skiën in La Fouly, Vichères/Bavon/Liddes, Champex en ook Les Marècottes en Bruson vallen onder dezelfde skipas. Verbier is zeer eenvoudig te bereiken vanuit een gondel die in Le Châble begint maar is geen onderdeel van hetzelfde gebied.

PAYS DU SAINT-BERNARD

Pragelato is onderdeel van het skigebed Vialattea (Melkweg) en is door middel van een gondel verbonden met Sestrière. Een dagpas kost € 10 maar als het rustig is en je hebt geluk dan mag je sommige dagen ook gratis omhoog. Er zijn wel wat skipistes maar deze worden niet altijd geprepareerd. Na sneeuwval is dit dus de perfecte plek voor poederbochten tussen de bomen.

PRAGELATO

Agathe Darbellay voormalig ski-instructrice in Verbier en eerste permanente bewoonster van La Fouly. De vrouw van alpinist legende Michel Darbellay (1934-2014) die als eerste solo de Eiger Noordwand heeft beklommen. Als je in La Fouly skiet kom je deze oudere dame misschien tegen. En wees dan niet verbaasd als ze voor je langs een couloir in duikt en first tracks claimt.

AGATHE DARBELLAY

Partners

Roapmap

Onze roadtrip is ten einde en alleen de reis naar huis rest ons nog. In een week tijd hebben we de diepste poeder gereden, ons uitgesloofd op stijgvellen en lange uitgestorven afdaling tot in afgelegen dalen kunnen maken. De kleine skigebiedjes aan het einde van de vallei hebben zich dus weer bewezen!

Ivan meldt zich de volgende ochtend met zijn auto bij ons hotel en we vertrekken met 2 auto’s naar het skigebied Vichères-Bavon. Halverwege de rit zet de gids zijn auto langs de weg neer en stapt bij ons in. Hier zullen we dus aan het eind van de dag eindigen waarna hij ons weer naar onze eigen auto kan terug rijden. Bavon is wederom een klein uitgestorven skigebiedje met mooie uitgestrekte pistes. Maar het staat voornamelijk bekend om de tourmogelijkheden, de reden dat wij er nu ook zijn. We pakken de lift zover als mogelijk omhoog en we zien al snel de skiroute voor ons ontvouwen. Het is overduidelijk dat wij niet de eerste tourskiërs zijn die hier omhoog zijn gegaan. Nou ja, het spoor ligt er al dus dat maakt het wat makkelijker voor ons.

HIKE UP

---

RALLY DOWN

bottom of page